Jimmy Nelson (fotograaf) reist al zijn hele leven over de wereld.
Overal ziet hij kleine culturen veranderen.
Daarom legt hij die vast.
Niet om de veranderingen tegen te gaan, maar om een visueel document te maken dat de traditionele leefwijze van de volken toont.
Kazachen.
De Kazachen in Mongolië jagen met steenarenden op uiteenlopende dieren, van konijnen en marmotten tot vossen en zelfs wolven.
Van het bont maken ze kleding, die ze rijk versieren met borduursels.
Himba.
Getrouwde Himbavrouwen dragen vaak een kroon van geitenvel op hun hoofd.
Het volk, dat woont in Namibië en Angola, verft kleding, huid en haar met rode oker, ofwel otjize.
Die symboliseert zowel vruchtbare aarde als bloed.
Gauchos.
De Gauchos zijn de cowboys van Argentinië, Uruguay en Paraguay.
In de 18e eeuw gingen ze jagen op wild vee dat afstamde van runderen die door de Spanjaarden uit Europa waren overgebracht.
Het vlees aten ze op en de huid werd als leer verkocht.
Huli.
De Huli verven hun gezicht geel, rood en wit en maken pruiken van hun eigen haar.
Ze versieren zich met alles wat ze op Papoea-Nieuw-Guinee vinden: veren, schelpen, slagtanden van varkens, vogelschedels en kleurrijke bladeren.
Mustangs.
Ruim 500 jaar lang woonden de Mustangs in het onafhankelijke koninkrijk Lo, tot Nepal het gebied rond 1900 wist te annexeren.
Maar het overwegend boeddhistische volk voelt zich het meest verbonden met het aangrenzende Tibet.
Tsaatan.
Nee, de Tsaatan van Mongolië eten hun rendieren niet op.
Levend zijn de hertachtigen te belangrijk om lege magen te vullen.
Het rendier is je transportmiddel, je melk- en kaasboer en van het gewei maak je elk gereedschap dat je nodig hebt.
Mursi.
De Mursi waren altijd al agressief tegen vreemdelingen en dat werd er niet beter op toen steeds meer toeristen naar Ethiopië kwamen.