Meer dan 20 procent van de mensen haalt links en rechts wel eens door elkaar.
Waarom sommige mensen zo’n moeite hebben met het verschil tussen links en rechts, is onbekend.
Bijna niemand verwart rood met blauw, of binnen met buiten.
Een theorie is dat het te maken heeft met de manier waarop ons brein is ingedeeld.
Bij sommige mensen zijn alle taken min of meer gelijk over het brein verdeeld, bij andere zijn sommige vaardigheden, zoals taal, bijna volledig in een bepaalde hersenhelft terug te vinden.
Mensen met een meer ‘asymmetrisch brein’ lijken links en rechts eerder door elkaar te halen.
Bijvoorbeeld: mensen die bij het horen een duidelijke voorkeur hebben voor één oor blijken ook meer last te hebben van links-rechtsverwarring.
Misschien dat een voorkeur voor een bepaalde kant van ons lichaam het rechts-linksoordeel verstoort.
Aan de andere kant: vrouwen hebben gemiddeld een symmetrischer brein dan mannen, maar halen wel vaker rechts en links door elkaar. Maar vrouwen scoren gemiddeld ook slechter op ruimtelijke vaardigheden, zoals mentale rotatie.
Dus het zou bij hen ook een algemener probleem met ruimtelijk inzicht kunnen zijn.