De Welwitschia (tevens Welwitschia mirabilis) wordt ook wel ‘tumbo’ of ‘tweeblaarkanniedood’ genoemd. Die naam lijkt Nederlands en dat is niet verwonderlijk want de plant komt van de woestijnen in Namibië en Angola, waar eeuwen geleden Nederlandse boeren zich probeerden te vestigen.
Eigenlijk is de Welwitschia bijna een fossiel, zo oud is de soort en alle nauw verwante soorten zijn al reeds van de aardbodem verdwenen.
Zeer verre verwanten zijn de pijnbomen, dennen, lariksen en sparren.
De Welwitschia heeft een enkele korte stam en slechts één paar bladeren, die overigens wel erg rafelen, zodat het lijkt alsof er vele verschillende bladeren zijn.
Het is dus een simpele plant.
Deze twee bladeren is het enige wat de Welwitschia kan produceren, hoe oud hij ook wordt.
En oud worden ze.
Deze planten kunnen namelijk wel 1500 jaar oud worden en sommige exemplaren zelfs ouder.
De Welwitschia die we nu zien zouden dus vermoedelijk kunnen komen van een tijd waarin Jezus geboren werd.
En een nieuw gezaaide Welwitschia zal vele generaties na ons nog blijven bestaan, mits niemand hem omhakt.