zondag 7 december 2014

Dierenvrienden: Boer en Melkkoe.


Verschillende diersoorten leven zo vredig samen dat je er een Disneyfilm van zou kunnen maken.
Maar mutualisme, zoals dit soort vriendschap heet, is domweg eigenbelang.



Wie?
Weidemier (Lasius flavus) en verschillende wortelluizen (zoals Geoica utricularia).

Voordeel voor de één?
Weidemieren geven luizen een luizenleven.
De mieren, die in heel Noord-Europa voorkomen, brengen luizen naar een ondergrondse ruimte onder een mierenhoop.
De geslachtsloze luis kan zich daar in alle rust klonen en volproppen met plantenwortels.



Voordeel voor de ander?
Luizen produceren een afvalproduct, honingdauw.
Dat is een zoete en energierijke vloeistof die de mieren uit de achterkant van de luis zuigen.



Gaat dat altijd goed?
De mieren beperken zich niet tot de honingdauw, maar eten ook de hele luis.
Wel zijn ze zo slim om altijd een legertje luizen in leven te houden.
Hoe hebben ze geleerd dat het handig is de luizen te sparen en ze te 'melken' en ze niet allemaal op te eten?
Een bioloog van de universiteit Groningen publiceerde in 2012 een onderzoek naar weidemieren en wortelluizen.
De mieren hebben niet zozeer 'geleerd' dat ze luizen beter kunnen bewaren, zegt ze.
Het is een kwestie van evolutie.
Ooit werd het voordelig om die samenwerking aan te gaan.
Mieren en luizen die dat deden, deden het kennelijk beter dan soortgenoten die niet samenwerkten.



Nog iets?
Er zijn meer insecten die hun eten zelf kweken.
Zo houden ambrosiakevers er een soort schimmelmoestuin op na.
Ze leven in dode bomen, waar ze in kleine zakjes op hun lichaam stukjes schimmel naartoe brengen.
Die groeien in de boom weer uit tot schimmels waarvan de kevers eten.

meer op http://5-five-5.blogspot.nl/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten