Dat kwam door het werkritme van de slagers en door de katholieke kerk.
Om met het eerste te beginnen: traditioneel begonnen veel slagers hun werkweek op maandag met de aanvoer van nieuw vee, dat eerst moest worden geslacht.
Op dinsdag werd het vlees uitgebeend en op woensdag werden de kleine restjes verwerkt en vermalen tot gehakt.
Die dag kochten huisvrouwen dus materiaal voor lekkere gebraden ballen.
In de tijd voor de komst van de koelkast en de diepvries was het verstandig het vlees snel op te eten.
Vandaar dat er op woensdag vaak gehakt op tafel stond.
De bekende leus 'woensdag gehaktdag' komt uit 1949.
De slagersbranche had een prijsvraag uitgeschreven voor het aanprijzen van gehakt, de winnaar kwam met de genoemde spreuk.
Zijn prijs?
25 gulden.
En dan was er dus de katholieke kerk.
Die vond dat gelovigen het op vrijdag kalm aan moesten doen met eten.
Het was een vastendag en daar hoorde geen vlees bij, want dat was een luxe.
Vis was vaak goedkoper en werd beschouwd als minder chique.
Daarom aten veel katholieken op vrijdag haring, kabeljauw of andere vis.
meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten