De eerste trottoirs verschenen mogelijk al rond 2000 v.Chr. in Anatolië (Turkije).
In het Romeinse Rijk waren er verhoogde voetpaden in belangrijke steden.
Middeleeuwen:
De trottoirs verdwenen in Europa tijdens de middeleeuwen.
Voetgangers moesten zich mengen met paarden, karren en ander verkeer op de smalle, onverharde straten.
17e eeuw:
Na de grote brand van Londen in 1666 werden trottoirs heropgevoerd in de herbouwde stad.
Deze trottoirs waren van hout en stonden op palen in de straat.
18e en 19e eeuw:
Trottoirs werden geleidelijk aan populairder in andere Europese steden.
De materialen werden gevarieerder: steen, baksteen, asfalt.
Trottoirs werden breder en kregen een verhoging om ze te scheiden van de rijweg.
20e eeuw:
Trottoirs werden een onmisbaar onderdeel van de moderne stad.
Standaardisatie van breedte, materiaal en inrichting.
Aandacht voor toegankelijkheid voor mensen met een handicap.
21e eeuw:
Nieuwe technologieën, zoals geleidelijnen voor blinden en fietspaden op trottoirs.
Duurzame materialen en ontwerpen.
Meer aandacht voor groen en bomen op trottoirs.
Belangrijke punten:
De ontwikkeling van het trottoir ging gepaard met de verstedelijking en de toename van het verkeer.
Trottoirs dragen bij aan de veiligheid en het comfort van voetgangers.
Ze spelen een belangrijke rol in de stedelijke planning en het ontwerp.
In Nederland:
De eerste trottoirs in Nederland verschenen in de 17e eeuw in Amsterdam.
In de 19e eeuw werden trottoirs in de meeste steden aangelegd.
De 'Delftse stoep' is een typisch Nederlands fenomeen: een smalle strook tussen trottoir en gevel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten