Deze werden al in de 19e eeuw gebruikt om te voorkomen dat bierglazen kringen achterlieten op tafels.
Een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van het bierviltje was 1892, toen Robert Sputh uit Dresden het eerste bierviltje van houtpulp patenteerde.
Dit materiaal was goedkoper en efficiënter te produceren dan porselein of aardewerk en het had ook een beter absorberend vermogen.
In 1903 perfectioneerde Casimir Otto Katz het productieproces van bierviltjes van houtpulp.
Hij gebruikte sparrenhout, met lange vezels die voor een nog betere absorptie zorgden.
De echte doorbraak kwam echter pas in 1960, toen een Finse firma het crèmekleurige karton introduceerde met een laagje pure witte cellulose.
Dit verbeterde zowel de bedrukbaarheid als het absorberend vermogen van het bierviltje.
Vanaf dat moment werden bierviltjes niet alleen meer gebruikt om tafels te beschermen, maar ook als reclamemiddel.
Bedrijven bedrukten hun logo en slogan op de bierviltjes, waardoor ze een effectieve manier werden om naamsbekendheid te creëren.
Tegenwoordig zijn bierviltjes meer dan alleen functionele voorwerpen.
Ze zijn verzamelobjecten geworden voor veel bierliefhebbers.
Er zijn zelfs speciale beurzen waar zeldzame en unieke bierviltjes worden verkocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten