De gele koffervis negeert die stroomlijningswetten en dobbert als een dobbelsteen door de Grote en de Indische Oceaan.
Ondanks zijn naam is hij niet altijd geel.
Als hij ouder wordt, verdwijnt een deel van zijn stippen en wordt hij wat doffer.
Hoekig blijft hij wel.
Op het eerste gezicht lijkt het onhandig om een kubus in het water te zijn.
Koffervissen zijn dan ook slechte zwemmers.
Maar het vierkante geraamte waar ze hun vorm aan te danken hebben, is wel steenhard.
Daardoor zijn ze een soort zwemmende tank en dus een ongewild hapje.
Ze hebben nog een verdedigingswapen.
Met hun felgele, zwartgestipte voorkomen zeggen ze:
'Eet mij maar niet, want ik ben giftig'.
In hoge nood kunnen ze via hun huid daadwerkelijk gif uitscheiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten