woensdag 11 augustus 2021

Seksuele dimorfie: Leeuwen

Bij leeuwen is het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje duidelijk te zien aan de manen van het mannetje. 
De vrouwtjes hebben deze manen niet. 
Naast de manen is het mannetje ook groter dan het vrouwtje. 
Het mannetje wordt zo’n 172 tot 250 centimeter groot en weegt 150 tot 280 kilogram. 
Het vrouwtje wordt ongeveer 140 tot 192 centimeter groot en weegt zo’n 100 tot 182 kilogram. 
De manen zorgen, net als het gewei bij de edelherten, voor een imposant uiterlijk. 
Met deze manen proberen de mannetjes indruk te maken op de vrouwtjes. 
Hoe groter de manen, des te meer indruk het mannetje op de vrouwtjes en andere mannetjes maakt.

Leeuwen leven in groepsverband met vaak één mannetje die de leider is (maar twee mannetjes als leider komt ook voor), een aantal vrouwtjes en de welpen. 
De leider zijn brengt een aantal voordelen met zich mee, zo hoeft het mannetje (bijna) nooit te jagen en mag hij als eerste de gevangen prooi eten. 
Daarnaast is hij degene die als mannetje mag paren. 
De leider moet echter wel zijn plaats verdedigen tegen mannetjes binnen de eigen groep of mannetjes van een andere groep. 
Te jonge mannetjes zijn vaak nog niet sterk genoeg om het leiderschap over te nemen. 
Te oude mannetjes zijn te zwak om nog het leiderschap te dragen of om een leider te worden. 
Mannetjes vechten met elkaar en het mannetje dat wint blijft de leider of wordt de nieuwe leider. 
Nieuwe leiders doden welpen, want vrouwtjes zijn vruchtbaar zolang ze geen jongen hebben.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten