maandag 5 mei 2014

Rotterdammers

Een Rotterdammer hoeft geen boterhammenworst, hij neemt een plakkie bliksult op zijn brood. 
Hij eet ook zeker nooit gekookte bietjes, maar neemt gewoon een lekker krootjes met een speklappie. 
Als hij veel eet, vreet ie as een bootwerker, hij bunkert dan z'n maagie proppievol.



Moet hij soms tegen een heuveltje oplopen, dan noemt ie dat een aardig hoge hol. 
Een kopje thee dat is een koppie luizewater, te weinig koffie is een Haagse bak, zegt hij. 
Geef hem nou maar een lekker bakkie pleur, dan pielt ie daar nog effe een sjekkie bij. 
Als hij moe is, is hij naar de klote, dus gaat hij effe meure in zijn bed. 
En kruipt hij 's morgens uit de klamme lappe, dan is tie klaar voor weer een daggie pret. 



Na het wassen en de luizebos rechtbreie, kan hij weer hard aan het buffelen gaan, want Rotterdammers moeten poetse en niet lulle, en gewoon de hele dag op hun klauwe staan. 
Is hij vrij, gaat hij de hort op of de breeje veertien, dat is voor hem een avondje op stap. 
Gaat hij winkelen in de Beurstraverse, dan loopt ie in de koopgoot, nee geen grap! 



Vraagt hij de prijs en vindt hij het te duur, dan zegt ie, kejje bek niet verder ope? 
Neemt hij zijn kind mee in de kinderwagen, dan is hij achter de larvebak an 't lope. 
Zo heeft de Rotterdammer dus zijn eigen taal, hoewel je ech wel met hem lulle kan, maar iedereen heeft zo zijn eigen dialect. 
Zo is 't maar net, ja toch, niet dan?

meer op http://5-five-5.blogspot.nl/

http://dorpenstedennederland.blogspot.nl/

1 opmerking: