vrijdag 21 juni 2019

Verdeeld land: Kleren maken het dorp

Nu is het overal in Nederland even laat en betalen we met dezelfde munt. Maar vroeger waren onder meer de tijd, taal en de rechtspraak in Brabant heel anders dan in Groningen.  

Kleren maken het dorp.

Wat?
Kleding.

Hoe was het?
Nu klinkt het bizar, maar rond 1800 kon je eenvoudig aan iemands broek zien of hij uit Brabant of Drenthe kwam.
Toen had elke regio  zijn eigen kleder- of streekdracht.
Soms verschilde de kledij zelfs per dorp.
Zo was de Huizer oorijzermuts een enorm ding, met bijna 4 meter kant verwerkt in een grote boog.
Heel anders dan de kleine mutsjes uit Breda of de Volendamse hul: zo'n wit kapje met gekrulde kleppen aan de zijkant.
Met kleding, accessoires en kleur kon je laten zien waar je vandaan kwam.
Maar ook of je arm, rijk, getrouwd of in de rouw was.

Wanneer veranderde het?
In de 20e eeuw verdween klederdracht langzaam uit het straatbeeld.
Dat kwam onder andere door de Tweede Wereldoorlog: dorpen aan de kust van Zeeland en Noord-Holland werden geëvacueerd, waardoor bewoners los kwamen van hun gesloten gemeenschap.
Ook waren de stoffen toen schaarser.
Na de oorlog groeide de mobiliteit: mensen kwamen in andere dorpen en steden en zagen nieuwe kledingstijlen.
Bovendien was de dracht nogal duur en was het een heel gedoe om alles aan te trekken.
Alleen een klein aantal dames draagt tegenwoordig nog streekkleding.

meer



Geen opmerkingen:

Een reactie posten