donderdag 16 september 2021

Monte Zoncolan – Friuli-Venezia Giulia, Italië

De Ronde van Frankrijk blijft met voorsprong het bekendste wielerevenement ter wereld. 
Zelfs de grootste koersleek zou uiteindelijk de woorden ‘Mont Ventoux’ en ‘Alpe d’Huez’ uit de diepste krochten van zijn hersenpan kunnen opduikelen, als je hem maar lang genoeg met een roestige fietspomp sloeg. 

Wil je dit weinig benijdenswaardig individu daarna nog een legendarische Spaanse of Italiaanse col ontfutselen, ben je er allicht aan voor de moeite. 
Maar onderschat die twee andere Grote Rondes niet. 
Hun aanzien stijgt ieder jaar. 
En het is een kwestie van tijd vooraleer hun epische kuitenbijters ook bij de niet koers-fan een belletje zullen laten rinkelen. 
Of een fors geproportioneerde beiaard, in het geval van de Monte Zoncolan. 

De Giro-organisatie introduceerde de gemene berg voor het eerst in 2003. 
Ze moesten wel. 
De organisatoren van de Vuelta a España maakte inmiddels al enkele jaren grote sier met de El Angliru. En elke Grote Ronde wil nu eenmaal dé zwaarste beklimming hebben. 
Het zwaartepunt waar pijn en heroïek hand in hand gaan. “Boys will be boys”, heet dat.
Gilberto Simon graaide alvast gretig in zijn fiets handschoentjes. 
‘Gibo’, die in 2002 als eerste Italiaan de aankomstlijn van de El Angliru onder zijn wielen zag voorbijflitsen, at bergetappes als ontbijt. 
Kwade tongen beweren dat hij ze al eens bijkruidde met een snuifje coke, want dit waren tenslotte de ongeremde, platgespoten jaren 00 waar niet de ijle alpenberglucht, maar dope de spreekwoordelijke limiet was. 
Bergetappes als ontbijt, dus. 

Dat demonstreerde de tweevoudige Giro-winnaar door op 22 mei 2003 als de eerste beklimming van de Monte Zoncolan te winnen. 
4 jaar later toonde de vederlichte Italiaan andermaal zijn kunnen tijdens de steile beklimming naar de 1750 meter hoge top. 
Maar onderschat de wielrensters niet. 
De Monte Zoncolan stond namelijk in 1997 al op het programma van de Ronde van Italië voor vrouwen. Pas 19 jaar later viste de organisatie het gevreesde gevaarte met een gemiddeld stijgingspercentage van 11,5% weer op in het parcours. 
Toen beklom de Nederlandse Annemiek van Vleuten als eerste de top op 14 juli 2018. 
Zo weet je meteen weer wat te zeggen, als iemand je dreigend met een roestige fietspomp vraagt naar de meest gevreesde Italiaanse bergbeklimmingen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten