Moriaantje zo zwart als roet,
Ging eens wandelen zonder hoed,
Maar de zon scheen op zijn bolletje
Daarom droeg hij een parasolletje.
Veel mensen kennen alleen de eerste 4 regels van het nogal politiek incorrect klinkende liedje over het donkere jongetje Moriaantje (of meisje, in sommige versies).
Maar er blijkt nog een staartje aan dit verhaal te zitten.
Het versje is een vertaling van een Duits gedicht dat psychiater Hoffmann in 1845 publiceerde, getiteld De geschiedenis van de zwarte jongens.
Dit gedicht houdt niet op nadat het jongetje met zijn parasolletje is weg gewandeld.
De vrienden Frits, Jan en Klaas komen namelijk op Moriaantjes pad.
En zij lachen hem ongenadig uit om zijn huidskleur.
Maar dan verschijnt Niklaas ten tonele.
De naamgenoot van onze goedheiligman stopt de 3 vrienden in een inktpot, zodat zijzelf nog zwarter worden dan roet.
Als uitsmijter volgt de moraal van het verhaal: 'In 't zonlicht stapt de brave moor / De zwartgeverfde knapen voor / 't Was enkel door hun stout gespot / Dat zij geraakten in den pot / Dus: lieve kind'ren, spot toch niet / Als gij iets vreemds aan and'ren ziet! '.