Stel: je leeft in het hoge noorden, waar het altijd ijzig is.
Dan word je op een zonnige dag al snel verblind door de witte schittering om je heen.
Dat was 2000 jaar geleden al een probleem voor de mensen die woonden in de buurt van de Beringstraat, tussen het oosten van Siberië en Alaska.
Daarom vonden ze een slimme voorloper uit van de zonnebril.
Van leer, bot of ivoor maakten ze een dicht montuur, met in het midden een smalle horizontale opening.
Door die spleet viel slechts een fractie van al het licht in de ogen van de drager.
1200 jaar later droegen Chinese rechters brillen met berookte glazen.
Niet tegen de zon, maar om te voorkomen dat verdachten hun ogen konden zien en zo hun stemming kunnen beïnvloeden.
Echt populair werden de donkere klazen pas in de jaren twintig.
Toen begonnen filmsterren ze te dragen.
Mogelijk had dat te maken met de felle studiolichten uit die tijd, waardoor de acteurs vaak rode ogen hadden.
Of de sterren van toen droegen hun zonnebrillen om dezelfde reden als de beroemdheden van nu: om enigszins anoniem over straat te kunnen.
meer