De zon verwarmt het aardoppervlak, zoals de grond, rotsen en water.
Deze verwarmde oppervlakken geven hun warmte af aan de lucht erboven.
Warme lucht is lichter: Wanneer lucht wordt verwarmd, gaan de luchtdeeltjes sneller bewegen en nemen ze meer ruimte in.
Hierdoor wordt de lucht lichter en stijgt het op, net zoals een ballon gevuld met warme lucht omhoog gaat.
Hoe hoger, hoe dunner de lucht: Naarmate je hoger komt, wordt de lucht steeds dunner.
Dit komt omdat er minder luchtlagen boven je zitten die op de lucht eronder drukken.
Deze dunnere lucht kan minder warmte vasthouden, waardoor het kouder wordt.
Stijgende lucht koelt af: Wanneer de warme lucht opstijgt, komt deze in contact met steeds koudere luchtlagen.
Hierdoor koelt de warme lucht af en condenseert waterdamp, wat wolken en neerslag kan veroorzaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten