IJzel is eigenlijk niets anders dan
regen, die bevroren is op de grond of op
voorwerpen bij het aardoppervlak. Het
ijslaagje kan zich op verschillende
manieren vormen, meestal aan het eind
van een vorstperiode, wanneer de grond
bevroren is.
Dat is goed mogelijk omdat de grond
vaak langer koud blijft dan de lucht
die erover stroomt.
Dooi begint meestal op enige honderden
meters hoogte, waar dan minder koude
lucht binnenkomt.
De koudere vrieslucht heeft door haar
lagere temperatuur een groter gewicht
dan de zachtere lucht.
Daardoor weet de vorst zich aan het
aardoppervlak het langst te
handhaven. De neerslag valt dan in de
vorm van regen uit de zachte lucht, maar
de druppels koelen onderweg in de koude
lucht weer af.
Zodra de regen de koude grond of
voorwerpen daarop bereikt, bevriezen de
druppels.
Het ijs dat zo ontstaat, wordt ijzel
genoemd.
Bevriest de regen al eerder, dan spreekt
met van ijsregen.
Het resultaat is hetzelfde: ook
ijsregen kan aan de grond vastvriezen
en een ijslaagje vormen. IJsregen kan
ook als "ronde knikkertjes" op de bodem
vallen en wegrollen.
In de weerberichten van het KNMI worden
al deze neerslagvormen ijzel
genoemd.
Het is niet eenvoudig om de soort
neerslag exact te voorspellen.
Regen, sneeuw en ijsregen treden alle
op bij temperaturen dicht bij het
vriespunt.
De minste verandering in temperatuur
kan al effect hebben op de soort
neerslag. Verandert de neerslag van
vaste in vloeibare vorm dan is de
temperatuur aan het stijgen.
De vorm van de neerslag biedt dus
informatie over het temperatuurverloop
op grote hoogte. IJzel is voor het
verkeer zeer gevaarlijk.
meer op http://5-five-5.blogspot.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten