woensdag 11 maart 2015

Een dagje op stap in Utrecht.



De Uithof

In de wijk ‘Oost’ vind je de subwijk ‘De Uithof’. 
Dit deel van Utrecht staat ook wel bekend als het Universiteitscentrum van de stad. 
In 2011 werd het omgedoopt tot ‘Utrecht Science Park’. 
Nadat men in 1962 is begonnen aan de bouw is ‘De Uithof’ in de afgelopen decennia uitgegroeid tot een locatie waar 50.000 studenten en 20.000 werknemers verblijven. 
Als eerste nam de Faculteit Diergeneeskunde er haar intrek. 
Daarna verhuisde de ene na de andere faculteit naar ‘De Uithof’. 
Verder is hier het Universitair Medisch Centrum Utrecht gevestigd. 
Het terrein staat vol met architectonische hoogstandjes gemaakt door bekende architecten als Rem Koolhaas.



Hoofdpostkantoor

In 1924 opende het ‘Hoofdpostkantoor’ haar deuren voor het publiek. 
Het gebouw – gevestigd aan de Neude – is ontworpen door architect J. Crouwel jr. 
Hierbij liet hij zich inspireren door de stijl van de Amsterdamse school. 
In de hal – die wordt geroemd om de paraboolvormige bogen – hangen diverse beelden. 
Ook de grote klok, het glas-in-loodwerk boven de ingang én de leeuwen aan de buitenzijde geven het ‘Hoofdpostkantoor’ de kenmerkende uitstraling. 
Sinds 28 oktober 2011 doet het gebouw geen dienst meer als zelfstandig postkantoor. 
Het is de bedoeling dat het ‘Hoofdpostkantoor’ wordt verbouwd tot een winkelcentrum.



Winkel van Sinkel

Als je ‘Winkel van Sinkel’ leest, dan denk je vast aan een winkel waar je van alles kunt kopen. 
In Utrecht en omstreken denkt men meteen aan het opvallende gebouw aan de Oude Gracht. 
Prominent in beeld staan vier zware, gietijzeren vrouwenbeelden. 
Omstreeks 1840 – de periode dat de ‘Winkel van Sinkel’ werd gebouwd – werden deze beelden ook wel de Britse hoeren genoemd. 
De beelden waren namelijk in Engeland gegoten. 
Nadat het gebouw ongeveer 50 jaar heeft dienst gedaan als een warenhuis, is het eigendom geworden van de Amrobank. 
Tegenwoordig kun je hier lekker eten en dansen.



Rietveld huis

In opdracht van Truus Schröder-Schräder ontwierp Gerrit Rietveld een woonhuis. 
Ook is hij verantwoordelijk voor de inrichting van dit markante huis. 
Vanaf 1925 tot aan haar dood in 1985 heeft de dame hier gewoond. 
Hoewel het misschien overkomt alsof Rietveld carte blanche kreeg, was dit geenszins het geval. 
Mevrouw Schröder-Schräder had een heldere visie rondom de invulling van haar huis. 
Deze luidde als volgt: niet geleefd worden, maar leven. 
Deze gedachtegang zie je onder meer terug in de situering van de leefruimten. 
Het ‘Rietveld huis’ staat vlakbij het Wilhelminapark middenin de stad Utrecht. 
Sinds het jaar 2000 staat het huis op Unesco’s Werelderfgoedlijst.



Forten bij Utrecht

In de periode 1816-1880 werden de ‘Forten bij Utrecht’ – als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie – gebouwd. 
Al snel bleek dat de eerste forten – respectievelijk Fort aan de Klop, Fort De Gagel, Fort Blauwkapel, Fort De Bilt, Fort Vossegat en Lunetten op de Houtense vlakte – te dicht bij de stad Utrecht waren gebouwd. 
Het bleek simpelweg lastig om een effectieve verdediging te voeren. 
In 1870 ging men over tot de bouw van een zestal nieuwe, vooruitgeschoven forten. 
Een aantal daarvan – bijvoorbeeld Fort bij Vechten en Fort het Hemeltje – openen regelmatig de poorten voor het publiek.




Twijnstraat

Al sinds de 13e eeuw fungeert de ‘De Twijnstraat’ als een winkelstraat. 
Dit gegeven maakt dat deze straat wordt gerekend tot één van de oudste winkelstraten in Utrecht. 
Overigens huisvest ‘De Twijnstraat’ ook vele woonhuizen; zo is deze straat aan weerszijden bebouwd. 
Met panden aan de straat én aan de lager gelegen gracht is de westelijke bebouwing zelfs dubbel uitgevoerd. 
Het onderste deel staat bekend als ‘Twijnstraat aan de Werf’. 
De betreffende huizen zijn bereikbaar via stegen. 
Meer concreet vindt je deze beroemde straat in het ‘Museumkwartier’ in Utrecht. 
De ‘Twijnstraat’ loopt evenwijdig aan het zuidoostelijke deel van de Oudegracht.



Centraal museum

Ooit is dit museum opgericht met de gedachte om de inwoners van Utrecht te laten kennismaken met alle kunstschatten van de stad. 
Toen telde het museum niet meer dan vier kamers op de zolder van het stadhuis. 
Voor een kwartje kon men hier elke woensdagmiddag lekker rondsnuffelen. 
In 1921 maakte het museum een enorme ontwikkeling door. 
Toenmalig archivaris Muller besloot om het museum te verhuizen naar het Agnietenklooster gelegen aan het Nicolaaskerkhof. 
Ook werd de verzameling uitgebreid met enkele particuliere collecties. 
Sinds die tijd houdt men de naamgeving ‘Centraal museum’ aan. 
Ook het ‘Rietveld huis’ en het ‘Dick Bruna Huis’ behoren tot het ‘Centraal museum’.



Spoorwegmuseum

Heb je zin in een leuk dagje uit met de kinderen? 
Ga dan naar het ‘Spoorwegmuseum’ in Utrecht. 
Hier beleef je – via verschillende werelden – een reis door de geschiedenis. 
Elke wereld vertegenwoordigt een mijlpaal in de ontwikkeling van de spoorwegen. 
Leuk is dat een aantal van de werelden is ingericht als een pretparkattractie. 
Naast het nodige vermaak – waaronder een terras, speelplaats en evenemententerrein – kun je hier ook de oorspronkelijke collecties bezichtigen. 
Dan kun je denken aan attributen, schilderijen en prenten.



Domtoren

Als je naar de ‘Domtoren’ kijkt, dan valt meteen de opbouw van de drie versmallende delen op! 
Kenners menen dat dit bouwwerk symbool staat voor de Goddelijke drie-eenheid. 
Hoe dan ook, de 112 meter hoge ‘Domtoren’ is in elk geval de hoogste kerktoren van Nederland! 
In 1254 begon men aan de bouw van de ‘Dom van Utrecht’. 
Toen maakte de kerk deel uit van het Rooms-katholieke bisdom Utrecht. 
In 1580 ging de kerk over in protestantse handen.



Oudegracht

De Oudegracht is al een aantal keren genoemd! 
Hoewel de kenmerkende werven en de werfkelders niet uniek zijn, worden deze vaak wel zo aangeduid. 
De Utrechts Oudegracht geniet dan ook wereldfaam. 
Meer concreet gaat het om een verbindingsstuk tussen de Vecht en de Kromme Rijn. 
De Oudegracht – die ongeveer twee kilometer lang is – doorkruist de gehele binnenstad van Utrecht. 
Vroeger waren de oevers vooral het domein van de kooplieden. 
Zij dreven er handel en gebruikten het water voor aan- en afvoer van hun koopwaren. 
Nog altijd staat de Oudegracht bekend als een winkelstraat. 
De werfkelders zijn omgetoverd tot restaurants. 
Deze combinatie – winkelen én horeca – maakt de ‘Oudegracht’ tot een bruisend stukje Utrecht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten