Dat komt omdat februari vroeger de laatste maand van het jaar was.
In de Romeinse tijd begon het jaar in de lente, met de maand maart, en liep het door tot februari.
In die tijd klopte de kalender nog niet helemaal, omdat de precieze lengte van de rondgang van de aarde rond de zon nog niet bekend was.
Het kalenderjaar was daardoor korter dan het daadwerkelijke jaar, waardoor de maanden elk jaar wat verschoven ten opzichte van de seizoenen.
Als oplossing voegden de Romeinen zo nu en dan een aantal dagen aan het jaar toe.
Dat gebeurde altijd aan het eind van het jaar, waardoor februari steeds van lengte veranderde.
Toen de Oude Egyptenaren de lengte van een jaar preciezer wisten te bepalen (namelijk 365,25 dagen), werd duidelijk dat er elke vier jaar een kalenderdag bijgevoegd moest worden.
Dat deden de Romeinen weer aan het einde van het jaar, in februari dus.
- In werkelijkheid duurt een jaar 365,2421875 dagen.
Een keer per 4 jaar een schrikkeldag toevoegen, zodat het jaar 366 dagen duurt, is dus net iets te veel.
- Die circa 12 minuten per jaar die wij te veel op de kalender hebben staan, tellen op tot zo'n 3 dagen per 400 jaar.
- Om voor die 3 dagen te compenseren, zijn de eeuwjaren die niet deelbaar zijn door 400, geen schrikkeljaar.
- Zo had februari in de jaren 1700, 1800 en 1900 geen 29 dagen.
Het jaar 2000 kende wel een schrikkeldag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten