De Nederlandse pretparken trekken elk jaar miljoenen bezoekers.
Hoe zijn ze ooit begonnen?
Sporten voor katholieken.
De Efteling begint in 1935 als het R.K. Sport- en Wandelpark, even ten zuiden van Kaatsheuvel.
Het plan is bedacht door twee geestelijken: de plaatselijke kapelaan en een pastoor.
Veel is er nog niet te doen, het park bestaat uit een voetbalveld, twee oefenvelden en een speelweide.
Later komt er ook een speeltuin bij.
Na de Tweede Wereldoorlog is het volgens dagblad De Tijd de bedoeling dat 'de eenzijdigheid van de industrie' in het gebied wordt doorbroken.
Daar is een trekpleister voor nodig en dat wordt 'Natuurpark De Efteling'.
Het katholieke sportcomplex wordt begin jaren vijftig snel uitgebreid, onder meer door de bemoeienis van Anton Pieck.
Er komen meer sportvelden, een vijver en wandelpaden.
Hoogtepunt is natuurlijk het Sprookjesbos, dat in 1952 wordt geopend.
Anton Pieck maakt de ontwerpen voor de attracties.
Ook het sprookjesbos groeit in omvang, met onder meer Hans en Grietje, de Vliegende Fakir, Holle Bolle Gijs, Roodkapje en de Indische Waterlelies.
Van louter vermaak voor kleine kinderen blijkt het park niet te kunnen bestaan.
In de jaren zeventig breken moeilijke tijden aan.
De Efteling wordt daarom uitgebouwd tot een pretpark met niet alleen kinderattracties maar ook met spannende achtbanen, zoals de Python in 1981.
meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten