Het woord 'Eskimo' betekent 'rauwe vleeseter'.
Het is eigenlijk een soort scheldwoord.
Daarom noemen we de mensen die in het noorden van Canada, Siberië, Alaska en Groenland wonen liever Inuit.
Dat betekent 'echte mensen' en is veel vriendelijker!
Boten van zeehondenhuid
Voor de Inuit zijn zeehonden heel belangrijk.
Ze gebruiken echt alle onderdelen van het dier.
Het vlees eten ze.
Van de huid maken ze kleding en boten.
Van de botten maken de Inuit allerlei voorwerpen.
En het vet laat een speciale traanlamp branden.
Lekker warm!
Iglo
De Inuit noemen hun huis igluiqaq.
Dit lijkt natuurlijk veel op het woord: iglo.
Vroeger woonden de Inuit in deze sneeuwhutten.
Tegenwoordig komt het steeds vaker voor dat de mensen leven in houten huizen op palen.
Door die palen wordt het huis niet zo koud als wanneer het op de bevroren grond zou staan.
Iglo's worden alleen nog gebruikt als de Inuit op jacht gaan.
Vervoer
Een echte kajak is gemaakt van hout en is bekleed met dierenhuiden.
Omdat er voor een boot soms wel zeven dierenhuiden nodig zijn, worden er tegenwoordig vaak roei- of motorbootjes gebruikt.
Op het land verplaatste de Inuit zich vroeger met een slee.
Die werd door honden getrokken.
Tegenwoordig wordt de hondenslee steeds vaker vervangen door een sneeuwscooter.
Zo kunnen ze sneller en langere afstanden reizen.
De taal
Inuit spreken inuktitut.
Echte boeken over deze taal zijn er niet.
Toch kunnen alle Inuit in de verschillende landen elkaar verstaan.
Mythes en verhalen worden mondeling aan elkaar doorverteld.
- In de Inuit-taal hebben ze een woord voor een hele zin.
- De Inuit tellen maar tot vijf.
Als ze verder willen tellen, beginnen ze opnieuw op de eerste vinger van de andere hand.
- De Inuit hebben zes seizoenen.
Wij kennen alleen de zomer, herfst, winter en lente.
