Sneeuwklokjes en narcissen: het zijn leuke voorjaarsbloemen, maar daarnaast zijn zij essentieel voor de westerse geneeskunde.
Net als veel andere planten.
Vijf soorten die levens redden.
Hoe werken zij en wie waren hun ontdekkers?
De wonderwilg.
Naam?
Wilg (Salix).
Werkzame stof?
Salicine.
In het menselijk lichaam wordt salicine omgezet in salicylzuur.
Eind 19e eeuw lukte het voor het eerst om de afgeleide en minder schadelijke stof acetylsalicylzuur in het laboratorium te maken.
Dit proces kan je zien als het begin van de farmaceutische industrie.
Want wij hebben het hier over het wereldberoemde aspirientje.
Het was het eerste geneesmiddel dat op grote schaal in de markt werd gezet.
Dat gebeurde in 1899 door de Duitse fabrikant Bayer.
Tegen welke kwaal?
Pijn.
Hoe werkt het?
Salicylzuur werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en antireumatisch.
Als je wilgenbast kauwt, werkt dat echter flink op de maag.
Je kunt er zelfs bloedingen van krijgen.
Dat geldt in mindere mate voor het acetylsalicylzuur in aspirine, maar ook van dat middel kan je behoorlijk overhoop liggen.
Geen wonder dus dat paracetamol, dat wat minder nare bijwerkingen heeft, de plek van aspirine steeds meer overnam.
Ontdekt door?
4000 jaar geleden gebruikten Assyriers al wilgenbladeren bij pijnlijke gewrichten.
Op kleitabletten van de Oude Egyptenaren en Grieken werd de wilg ook als medicijn vermeld.
En zelfs sommige dieren kauwen op wilgenbast als ze pijn hebben.
Niet zo gek dat wetenschappers in de 19e eeuw begonnen met de zoektocht naar de werkzame stof in de bittere wilgenbast.
meer op http://5-five-5.blogspot.nl/
meer op http://5-five-5.blogspot.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten