Met 20 jaar was een neanderthaler of andere vroege mens al behoorlijk oud.
Sommigen haalden de 30 en een enkeling de 40, maar dat waren uitzonderingen.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood.
Tot ongeveer 30.000 jaar terug.
Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid 50 jaar oud en was er zelfs een groep die de 80 of 90 haalde.
Hoe de mensheid die sprong vooruit maakte, is nog niet helemaal duidelijk.
Mogelijk werd Homo sapiens toen handiger met gereedschap en nam de kennis over bijvoorbeeld eetbare planten in die tijd toe.
Daardoor bleven individuen iets langer in leven en hadden ze meer tijd om wijsheid op te doen en die ook door te geven aan hun nakomelingen.
Die konden daardoor nog wat ouder worden, enzovoort, tot een deel van de mensen hoogbejaard werd.
Ondanks dit goede nieuws viel de levensverwachting in deze periode nog tegen.
Ontstellend veel baby's en kleine kinderen stierven namelijk door ziekte en gebrek.
Zo viel de gemiddelde levensverwachting nog steeds treurig laag uit: rond de dertig jaar.
meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten