De stormvloed, die ons land in de nacht
van 31 januari op 1 februari 1953
trof, was de ergste ramp van de 20e
eeuw.
De overstromingen kostten 1836
De overstromingen kostten 1836
mensen en tienduizenden dieren het
leven.
De meeste slachtoffers vielen in het
zuidwesten maar ook op Texel en in
Engeland werd een verbeten strijd
geleverd tegen het water.
Een ongelukkige samenloop van
omstandigheden zwiepte het water tot
ongekende hoogten.
Zo was sprake van een bijzonder zware
noordwesterstorm, met het ergste
stormveld over de volle lengte van de
Noordzee.
Het hoogtepunt van de storm
Het hoogtepunt van de storm
bereikte tijdens astronomisch hoogwater
(wanneer het water toch al het hoogst
komt) de kust.
Naast Zeeland en Zuid-Holland waren ook
de Texelse dijken niet bestand tegen
het wassende water.
In polder de Eendracht brak op 1
februari de dijk en zes personen van
een groep toegesnelde vrijwilligers
vonden daarbij de verdrinkingsdood.
Weerkundigen hadden de storm de avond
tevoren in de peiling. In de loop van 31
januari, daags voor de ramp, werd
duidelijk dat ons land aan de vooravond
stond van een catastrofe.
De depressie, die recht op ons
afkwam, veroorzaakte bij Schotland een
orkaan met windstoten van 180 km/u.
's Ochtends waarschuwde de
stormvloedwaarschuwingsdienst op advies
van het KNMI voor flink hoog water. 's
Middags werd de waarschuwing opgevoerd
tot gevaarlijk hoog water, de hoogste
staat van alarm die mogelijk was.
De Bilt wilde verder gaan, maar de
bewoordingen schoten tekort. Bovendien
ging de radio 's nachts uit de
lucht. Pogingen om de zenders aan de
praat te houden mislukten.
Geruime tijd woedde een zware tot zeer
zware storm (windkracht 10 tot 11). In
het noordwesten werden windstoten
gemeten van 144 km/uur.
In de Zeeuwse wateren bereikte de storm
kort voor middernacht zijn
hoogtepunt. Vlissingen kreeg toen te
maken met de grootste opwaaiing, zo'n
310 cm boven normaal.
Halverwege de nacht, tijdens
springtij, kwam het water nog hoger: 455
cm boven NAP. De dijken konden dat niet
aan en begaven het.
De wanhopige bevolking kreeg
zondagmiddag nog een tweede vloed te
verwerken, waardoor het water nog hoger
kwam. Velen die de eerste vloedgolf
hadden overleefd verdronken of dreven
op daken waarnaar ze gevlucht waren.
De storm en de waterberg die daarvan
het gevolg was is naar de mogelijkheden
van begin jaren vijftig goed voorspeld.
Tegenwoordig zijn de verwachtingen
dankzij de computerberekeningen een
stuk gedetailleerder.
Uit herberekeningen met de gegevens van
'53 door de huidige computers blijkt
dat zo'n storm vandaag de dag zo'n drie
of vier dagen tevoren zichtbaar wordt
op de weerkaarten.
Op een termijn van 48 uur tevoren is
tot in de kleinste details aan te geven
hoe hard het gaat waaien. De
rekenmodellen geven ook nauwkeurig aan
hoe hoog het water dan komt.
meer op http://5-five-5.blogspot.nl/
Ik vind het echt vreslijk dat deze watersnoodramp is gebeurt maar er valt niks aan te veradnderen.
BeantwoordenVerwijderenRust zacht voor de mensen die het niet overleefd hebben.